Over grenzen
(Bijna) alles is vloeiend.
Er
zijn grenzen, die precies defineerbaar zijn.
Als men bv. van Frankrijk naar België rijdt, is exact vastgelegd, waar
Frankrijk eindigt en België begint. Bij de overgang van water naar ijs, is er
geen moment, waar het water "dik-vloeibaar" is. Het is ofwel water
ofwel ijs.
Daar
tegenover bestaan de talrijke grenzen, die vaag en vloeiend zijn.
Als twee rivieren samenvloeien, is er geen bepaalde plaats aan te geven, waar
ze verenigd zijn. Als men in een warm bad koud water laat lopen, vanaf wanneer
is het badwater dan als koud te defineren?
Aldus
onderscheiden zich de verschillende menselijke karaktereigenschappen van
elkaar, zodat men hier zeggen kan: de grenzen daartussen verlopen vloeiend.
Tussen
- goed en slecht -, - normaal en abnormaal, - liefde en haat -, - dom en
intelligent -, - onbaatzuchtig en egoïstisch -, - schuld en onschuld -, zijn er
verregaande nuancen mogelijk
In de "zuivere vorm" bestaat dit allemaal nauwelijks.
Waarom
hebben wij de neiging, om vooral andere mensen, dan wijzelf in wit-
zwart-categoriëen in te delen?
Waarschijnlijk is dit eenvoudiger, dan de unieke verschillen tussen de mensen
nader te bekijken.
"Zwart-wit-denken" is het broertje van de vooroordelen. Hoe dichter
ze onszelf betreffen, des te meer zijn wij in staat ze te differentiëren.
Voorzover
wij behoefte hebben aan "catalogiseren", zouden wij tenminste moeten
proberen, dat gedifferentieerd te doen.
Bv.
een mens bestaat uit:
95% vrouw, 5% man, (of omgekeerd)
85% hetero, 10% homo, 5% biseksueel,
30% schuldig, 40% onschuldig, 30% in werking van buiten
80% liefde, 10% haat, 10% onverschilligheid
...enz. enz.
Dat zijn utopische spelletjes, vooral omdat alle
"catalogiseringscriteria" zuiver subjectief zijn.
"Vrolijke atheïsten" verheugen zich
liever over de verscheidenheid, die hen omheint, in plaats van mensen te
catalogiseren.
terug naar