Over het medelijden
Ik heb er spijt van, dat het mij niet spijt!
Medelijden met, de achterneef van
mijn buurman die van zijn vrouw wil scheiden.
Medelijden met, de onderhuurder van mijn ouders die de hond moet laten
inslapen.
Medelijden met, de kanariepiet die in mijn hand sterft, terwijl ik hulpeloos
toekijk.
Medelijden met, Bangladesh waar honderdduizende mensen door een overstroming om
het leven komen.
Soms lijdt men mee, soms heeft
men een slecht geweten, als men geen medelijden voelt. Soms speelt men
medelijden, uit angst voor onmens door te gaan. Misschien laat ons dat allemaal
koud.
Sommige mensen voelen altijd
medelijden, anderen nooit. Eigelijk zijn ze beiden te beklagen.
Deze vraag moet me van het hart:
wanneer is men een groter onmens? Wanneer wij geen medegevoel voor de stervende
vogel hebben, of wanneer ons die verdronken mensen in Bangladesh koud laten?
“Gevoelige” mensen zijn soms
jaloers op “minder gevoelige”, omdat zij zich schijnbaar altijd in de hand
hebben.
Maar deze “minder gevoelige” mensen zouden af en toe maar wat graag willen
ruilen met hen, die hun gevoelens van geluk en verdriet, de vrije loop laten
gaan.
Het is een drogreden, te menen,
dat gevoelens zich naar believen in banen laten leiden.
Men kan hooguit de reakties op zijn gevoelens in banen leiden.
Als men verdrietig is, kan men huilen of tegen de tranen vechten. Het verdriet
zelf kan men niet verdrijven. Wanneer je verliefd raakt kun je trachten, het
object van je liefde te veroveren of niet. De liefde zelf laat zich niet
verdrijven.
"Vrolijke
atheďsten" zijn mensen die, - of ze nu "gevoelig" of
"gevoelloos" zijn - zichzelf accepteren zoals ze zijn, en niet de
"moraalapostel" uithangen wanneer anderen zich in een totaal andere
gevoelswereld bevinden.
terug naar